• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst

Wijktuin De Alphense Wetering

De Groene vinger

  • Home
  • Vrijwilligers en aandeelhouders
  • Leren kweken, oogsten en recepten
  • Over ons
    • Stichting De Groene Vinger
    • De wijktuin
  • Contact

Kweken

Instructie bonen kweken

21 juni 2024 door Beheerder Wijktuin

Bij ons 10 jarig jubileum krijgen bezoekers een zakje bonen mee naar huis. Bij de bonen hoort de volgende instructie.

Bonen: gezond, voedzaam, goed voor de bodem (stikstofbinders) en de biodiversiteit, hoofdrolspeler in de eiwittransitie en ook nog eens erg lekker! In dit zakje zitten 5+4 Heilige boontjes/Soldatenboontjes, 9 zwarte bonen en 1 Stiense boon. Het zijn alle vier stokbonen: ze klimmen langs stokken (2-3 m).
Zaaien: vanaf half mei tot eind juni. Op pollen zaaien, d.w.z. men legt 4 dan wel 5 bonen bij elkaar aan de voet van een stok. Bij zaaien in rijen 10-15 cm tussen de bonen aanhouden. De onderlinge pollen- of rijafstand is ca. 50 cm. De Stiense boon heeft wat meer ruimte nodig. Oogsten: augustus-oktober.

Categorie: Kweken

Stiense boon

19 juni 2024 door Beheerder Wijktuin

Zaaien eind april, oogsten peulen juni – juli. Oogsten bonen vers: september. Om te drogen oogsten in oktober.
De Stiense boon is een roodbloeiende pronkboon van het oude type, d.w.z. met draad in de peulen. De stengeltop maakt een cirkelomtrek in een uur en 57 minuten en gaat van het westen naar het zuiden, dus is linkswindend (er bestaan ook rechtsdraaiende varianten).
De Stiense boon is een in Nederland vrij onbekende boon in de keuken. Zijn voornaamste toepassing was het uit de wind houden van andere bonen (voornamelijk eveneens klimmende) sperziebonen, snijbonen en andere gewassen (zoals augurken en tabak).

De Pronkboon (Phaseolus coccineus var. coccineus (L.)) komt oorspronkelijk uit de koude, mistige berggebieden van Mexico en werd door de Azteken reeds geteeld. Het is de minst koude gevoelige boon. In het winderige Zuid-Holland werd tabaksteelt bedreven. Zeker is dat pronkbonen al sinds 1615 werden gebruikt als windsingel rond de tabaksvelden; rond 1615 ontstond de tabaksteelt rondom Amersfoort, in Veere al rond 1610. De Zuid-Hollandse veengrond was er ook goed voor en de nabijheid van de Noordzee verkleint het nachtvorstgevaar van de vorstgevoelige subtropische tabak. Tabak heeft heel grote windgevoelige bladeren. Om de vierkante tabaksakkers plaatste men in de winter een dichte rij rijshout (o.a. wilgentakken). Eind april zaaide men daar tegenaan de Stiense bonen. Alleen een pronkboon kan men zo vroeg zaaien en groeit met koud weer mooi door. Men verkreeg zo een muur van pronkbonen die de gevoelige tabaksplanten beschermden.
Sommige pronkbonen hebben prachtig dieprood bloeiende bloemen en boden daardoor in tegenstelling tot de wit bloeiende andere bonensoorten een mooi uitzicht en afwijkend contrast; er zijn overigens ook lichtrode, roze en witte varianten. Deze boon is duidelijk minder windgevoelig en beter bestand tegen barre omstandigheden dan de overige bonensoorten.
De tabaksarbeiders mochten de rijpe peulen plukken en de bonen werden op de vloer in de drogerij dan ook nagedroogd. Deze arbeiders aten de Stiense bonen vaak met appeltjes (‘Zoete Veentjes’) en gerookt spek.

De Stiense bonen die in Nederland aanwezig zijn, zijn nakomelingen van drie collecties:
1) uit de Historische Tuin in Aalsmeer
2) via de Duitse IPK Genenbank in Gatersleben, deze is daar uit Oude Wetering (vermoedelijk Zuid-Holland) in 1980 gekomen
3) via de collectie Eeuwig Moes (De Oerakker), hierin zitten door Ruurd Walrecht verzamelde Stiense bonen die volgens hem uit Zuid-Holland afkomstig zijn.
De eerste en de derde vorm hebben paarse zaden met de zwarte stiptekening geconcentreerd rond de navel, de tweede meer rossige zaden met een lichte stiptekening en wat meer bruinrossige zaden met zwarte vlekjes.

Geschiedenis van het product
In 1696 schreef Abraham Munting in zijn boek Nauwkeurige beschrijvingen der aardgewassen het volgende over de Piet Hein boon: “En Phaseolus americanus niger flore phoeniceo of zwarte Amerikaanse boon met een als brandende mooie rode kleur die het oog zeer bevallig is. Door velen Piet Heins bonen genoemd, omdat de admiraal Piet Hein die in 1628 de Spaanse zilvervloot genomen heeft, de bonen als eerste uit Amerika naar Europa bracht. Deze boon vertoont qua beschrijving veel overeenkomst met de Kollumer zwarte pronkboon, die nog door De Wouden verhandeld wordt. De familie Kunnen in Ureterp (Friesland) is de laatste die deze pronkboon nog teelt. Deze boon lijkt sprekend op de Mexicaanse ayocote boon.

Niet ongeheel denkbaar is dan ook dat Stiense een verbastering is Westindische (‘Stindische, waarbij de W en E worden ingeslikt) wordt dan Stinse en vervolgens Stiense. Punt is namelijk dat bekend is (zie hiervoor) dat pronkbonen bij de tabaksteelt vanaf 1615 gehouden werden. Echter, dit was tijdens het 12-jarig bestand (1609-1621), Nederland mocht toen geen handel onderhouden met Zuid-Amerika, maar deed dat illegaal wel via tussenhandel. Nog verder doorgevoerd is het niet geheel ondenkbaar dat de Nederlanders deze bonen Stiense bonen noemden om voor de Spanjaarden te verbloemen waar ze vandaan kwamen, en dat na de getekende vrede deze benaming werd aangehouden. De herkomst van deze bonen mocht namelijk niet bekend worden en werd nergens opgeschreven.
De Stiense bonen zijn dan door handelaren en later eventueel door de West-Indische Compagnie (WIC, opgericht in 1621) meegebracht uit Zuid-Amerika (West-Indië). Een mogelijkheid zou zijn dat deze bonen als onderdeel van de Zilvervloot terecht gekomen zijn bij koning Willem III (1650-1702). Hij en zijn vrouw Mary hielden van tuinieren en onderhielden bij Honselersdijk in Zuid-Holland een groot jachtslot met moestuin.
Vanuit Honselersdijk kunnen zowel de Piet Hein boon als andere Stiense bonen of pronkbonen bij de tabakstelers in Oude Wetering en andere dorpen terecht zijn gekomen (een afstand van nog geen 40 km). Via Mary zouden de bonen in het Angelsaksische gebied terecht zijn gekomen en de naam Dutch case-knife beans en vervolgens runner beans (White Dutch runner) gekregen hebben. De Engelsen hadden namelijk helemaal geen Zuid-Amerikaanse kolonies en via Engeland zijn deze bonen evenals de kalkoen teruggebracht naar Noord-Amerika.

Culinair
De pronkboon kan net als de snijboon fijngesneden worden gegeten. Het begin en het eind van de peul worden niet gebruikt. De pronkboon heeft een meer uitgesproken smaak dan de snijboon. De peul is groen en 25-29 cm lang. Pronkbonen moeten jong gegeten worden, omdat zich anders op de rugnaad van de peul een draad gaat vormen. Vroeger werd bij het klaarmaken de draad van de peul getrokken. Er is ook een ras dat geen draad vormt. Van rijpe peulen kunnen alleen nog de zaden oftewel bonen gegeten worden. De zaden kunnen zowel vers als gedroogd en daarna weer geweekt gegeten worden. In Nederland worden ze dan ‘scheiers’ genoemd.
Verrassend is dat deze van oorsprong sierbonen een lekkere smaak hebben en kleurvast zijn.

Verkrijgbaar

Zaden
Tuinen van weldadigheid
Hospitaallaan 48
9341 AH Veenhuizen
0592 388 414
www.detuinenvanweldadigheid.nl/
info@detuinenvanweldadigheid.nl

Leverancier/producent:
Waldfarming
Miedwei 4
9258 GR Jistrum
Tel: 0512-745183
Mob: 06-14408358
www.waldfarming.nl
info@waldfarming.nl

Hortus Populus Bodegraven, pluk en oogst tuin
Ter hoogte van het Afvalbrengstation Portugalweg 6, 2411 PR Bodegraven
info@hortuspopulus.nl
www.hortuspopulus.nl

Categorie: Kweken

Zwarte bonen

19 juni 2024 door Beheerder Wijktuin

De kleine, glimmende, zwarte schildpadboon (vertaald uit het Engels), is vooral populair in de Latijns-Amerikaanse keuken. Hij wordt vaak simpel de zwarte boon genoemd (frijol negro in het Spaans, feijão preto in het Portugees), al kan dit verwarring met andere typen zwarte bonen veroorzaken. Het is een stamboon die behoort tot de gewone boon (Phaseolus vulgaris). De boon kan gedroogd bewaard worden, maar wordt ook veel geconserveerd in blik of glas. Gedroogde zwarte bonen moeten voor het koken ongeveer 8 uur geweekt worden, waarna ze een uur gekookt moeten worden.
De zwarte boon heeft een dichte, vleesachtige textuur en een smaak die doet denken aan champignons, wat hem populair maakt in vegetarische gerechten. Het is een zeer populaire boon in verschillende delen van Brazilië en wordt gebruikt in het nationale gerecht, feijoada. Het is ook het belangrijkste ingrediënt van Platillo Moros y Cristianos in Cuba, mag niet ontbreken in het typisch Costa Ricaans en Nicaraguaans gerecht gallo pinto. Ook wordt hij vaak gegeten in bijna heel Latijns-Amerika en ook in veel Latijns-Amerikaanse enclaves in de Verenigde Staten. De zwarte boon wordt ook veel gebruikt om soep van te maken, die vaak met Cubaanse crackers wordt gegeten.
De huid van gedroogde zwarte bonen bevat anthocyaan. Volgens een onderzoek uit 2003 gaat het om een gehalte van 0−2,78 mg/g.[1]

Zaaien vanaf half mei tot eind juni bij gunstig weer. Eventueel onder glas zaaien vanaf half april in potjes of zaaibakjes. Uitplanten wanneer de plantjes ca.10 cm. groot zijn, d.i. na half mei. Zaaien op rijen, onderlinge afstand in de rij ca. 10 cm. Rijafstand 40-50 cm. Of op pollen zaaien, d.w.z. men legt 4 of 5 bonen bij elkaar. De onderlinge pollenafstand ca. 50 cm. Gebruik geen verse stalmest voor de teelt van bonen. Bonen verlangen veel warmte. Zaai daarom niet te vroeg. Ideale temperatuur 18-21 graden bij kiem. Bij droogte (schraal weer met noord en oosten winden) regelmatig water geven. Oogsttijd afhankelijk van zaaitijd en teeltwijze, van juli tot in oktober.

Categorie: Kweken

Heilige boontjes

19 juni 2024 door Beheerder Wijktuin

Heilige boontjes, monstrans- of soldatenbonen zijn stok droogbonen.
Zaaien: mei – juni. Oogsten: rijpe peulen in oktober.
In Frankrijk is deze boon vernoemd naar de Cavaliers van de Orde van de Heilige Geest – die een roodbruin kruis droegen – en heet daar: (haricot) St. Esprit à oeil rouge: Heilige geest(boon) met rood oog, of soms ook wel Nombril de Bonne Soeur OF à la Religieuse.

Heilige boontjes of monstransbonen zijn ietwat ronde witte boontjes met rondom het naveltje een rode tot roodbruine tekening in de vorm van een lofprijzende engel (ook wel monstrans) of een vogel (vaak wordt er een arend met gespreide vleugels in gezien). Anderen zien er een soldaat in, vandaar ook wel de naam soldatenboon.
De legende van de ‘heilige bonen’
Heilige bonen zijn witte bonen waarop een monstrans staat afgebeeld. Een monstras is een houder, normaal van goud waarin een geconsacreerde hostie wordt getoond.
Volgens de legende verborg een Franse pastoor in de Eerste Wereldoorlog zijn kerkschatten uit angst voor diefstal onder de grond. Om de schatten nog beter te beschermen plantte hij er witte staakbonen op. Toen de bonen rijp waren om te oogsten en ze van hun jasjes werden ontdaan, ontdekte de pastoor de afbeeldingen van de monstrans op de bonen.

Dhr. H. van Rens, in het dagelijks leven werkzaam bij de praktijkschool in het Limburgse Horst, bracht de planten in de jaren ‘60 vanuit Frankrijk naar Horst. Tijdens zijn vakantie in de Vogezen ontmoette hij daar namelijk een excentrieke kluizenaar, die de bonen kweekte en hem over de legende vertelde. Terug in Nederland liet Van Rens de bonen aan de zaadbonentelers in Horst zien. Ook gaf hij dorpsgenoot en kenner van het roomse leven, Van Bekerom, enkele stekken. De bonentelers hadden destijds nog nooit zoiets gezien en konden er geen verklaring voor vinden. Het is dan ook aannemelijk dat de soldatenboon typisch Nederlands is en al zeker in de 19de eeuw hier bekend is, en dat de Heilige boon van latere datum is. Ook zijn er talloze onderlinge kruisingen ontstaan, met daarbij meerdere patronen, waarbij ook de vleugels los kunnen staan van de monstrans. De soldaten- of heilige boon zijn daardoor niet meer goed te onderscheiden.
De originele bonen waren duidelijk van elkaar te onderscheiden. De soldatenboon was veel langwerpiger dan de meer ronde heilige boon. Bij de Heilige boon is er sprake van een kernvorm met daarom heen twee vleugels, bij de soldatenboon is er sprake van een kern met daarom heen twee kleinere vleugels met daarboven een losstaande vorm. De Heilige boon is vaak roder, de soldatenboon gaat meer richting (bruin)zwart.

De benaming Heilige boon heeft in ieder geval niets te maken met de uitdrukking ‘zich als een heilig boontje gedragen’, wat betekent dat iemand zich braaf voordoet. Dit laatste zou een verbastering zijn van heilig bontje, een vrome brave wees, een benaming uit de 19de eeuw.

Culinair
Beide bonentypen smaken vooral hemels, in alle smaaktesten tot nu toe zaten ze bij de lekkerste. De structuur van de boon is zacht en de smaak gaat richting die van tamme kastanjepuree.
Je vindt deze boon vooral bij moestuinders en stadstuinen.
De reden dat deze boon bijna niet meer wordt geteeld, is dat peulvruchten over het algemeen in onmin zijn geraakt. Met de verschuiving van minder dierlijk naar meer plantaardig voedingspatroon zal er een grotere rol voor peulvruchten zijn weggelegd. De soldatenboon is tamelijk vatbaar is voor rol mozaïek, scherp mozaïek on vlekkenziekte.

Verkrijgbaarheid
Zaden:
Tuinen van weldadigheid
Hospitaallaan 48
9341 AH Veenhuizen
0592 388 414
www.detuinenvanweldadigheid.nl/
info@detuinenvanweldadigheid.nl

Zaadhandel van der Wal
A.G. Bellstraat 55
Postbus 23
7900 AA Hoogeveen
0528264034
www.zaadhandelvanderwal.nl
info@zaadhandelvanderwal.nl

Vreeken’s Zaden
Voorstraat 448
3311 CX Dordrecht
www.vreeken.nl
info@vreeken.nl

Categorie: Kweken

Bestuiving pompoenen

29 oktober 2023 door Beheerder Wijktuin

Pompoenen kunnen elkaar over grote afstand bestuiven. In de wijktuin hebben we twee soorten pompoenen op grote afstand van elkaar staan. Toch kunnen ze elkaar bevruchten. Links een groene pompoen, rechts de oranje en in het midden een gemengde nakomeling van de twee soorten.

Categorie: Kweken

Teeltschema 2025

31 december 2022 door Beheerder Wijktuin

Ieder jaar maken we een nieuw teeltschema voor de groenten in de moestuin. De zaden kopen we via Velt. Velt is de Vereniging voor ecologisch leven, koken en tuinieren. Al meer dan 45 jaar promoten zij in België en Nederland een duurzaam leven in huis, tuin en keuken.

In de moestuinwereld is een rotatie van gewassen gebruikelijk. Door dit basisschema te volgen staan de families van gewassen maar één keer per zes jaar op dezelfde plek. Dit voorkomt uitputting van de grond en de meeste plagen en ziekten. Verder laat ieder gewas iets achter wat de opvolger in het volgende teeltseizoen weer kan gebruiken.

De volgorde is: aardappel, peulgewas, koolgewas, bladgewas, vruchtgewas en tot slot wortelgewas. Ons teeltschema is op dit principe gebaseerd.

Teeltschema 2024, bron: Carla Glorie

Categorie: Kweken

  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Ga naar Volgende pagina »

Footer

Locatie

Langs het fietspad naar het Archeon, schuin tegenover Afrikalaan 185, Alphen aan den Rijn

Openingstijden

Het hele jaar op woensdagmiddagen van 14.00 – 16.00 uur, 1 juni – 1 nov. zaterdagochtenden 10 – 12 uur (tenzij slecht weer).

Contactgegevens

Stichting De Groene Vinger
beheerderwijktuin@gmail.com

© 2025 Wijktuin De Alphense Wetering · Realisatie Zin In Webdesign